Houd windturbines op 1,5 km van bebouwing
02/08/2014 - All

Windturbines zijn grote machines en zeker niet het kinderspeelgoed waarmee ze vaak geassocieerd worden. Het zijn fabrieken die op een hoge paal geplaatst worden. De hedendaagse trend is om windturbines steeds groter te maken. Deze grote machines brengen reële gezondheidsklachten, licht- en geluidsoverlast met zich mee. Een overzicht vind je op onze infopagina's. Daarnaast is er vaak ook een waardevermindering van woningen (spaargeld) wat een serieuze streep door de rekening van veel gezinnen en gepensioneerden is.
Windmolenoverlast is geen fictief probleem. Op het gros van de plaatsen waar industriële windturbines dicht bij woonkernen ingeplant zijn, is er reële miserie. Verstoorde nachtrust, kinderen die niet kunnen slapen, hoofdpijn en andere gezondheidsklachten, mensen die moeten leven met ramen en deuren dicht om niet continu met het lawaai geconfronteerd te worden. Vooral 's nachts, wanneer alles stil is, kan het tonale zwiepen van de wieken heel ver dragen. Wil je weg van die molen en ben je bereid te verhuizen, dan wordt je geconfronteerd met een minwaarde op je woning die tot 100.000 euro kan oplopen. Velen zitten hierdoor in de windmolenval.
Veel burgers zijn redelijke mensen. Bij overlast contacteren ze eerst de uitbater van het windmolenpark in de hoop een oplossing te kunnen uitwerken. Voor zo'n uitbater moet de molen echter draaien. Er geldt immers: geen (wind)energie, geen subsidies. Er ontspint zich bijgevolg een hele discussie over de vraag of "we niet een beetje overdrijven" en "zo erg is dat hier toch niet". Als individu moet je elke overlast zwart op wit kunnen aantonen.
Hedentendage is het bepalen van de overlast veroorzaakt door een windmolen een kunst. De Vlarem-II norm legt grenzen op aan slagschaduw en geluid. Op het eerste zicht lijkt dit een rationele benadering. Op het tweede zicht leent zicht dit echter tot gigantische discussies. Waar ga je meten? Wanneer ga je meten? Hoe verwerk je de metingen? Welke normen worden gehanteerd? Zijn die normen eigelijk wel relevant? Als burger eindig je in een procedureslag over cijfertjes en methodes waar je geen ervaring mee hebt. In tegenstelling tot projectontwikkelaars heb je geen mensen in dienst die zich daar voltijds mee bezig kunnen houden. Je staat machteloos. Je enige kans ligt vaak bij een procedureslag voor de rechtbank of de Raad van Staten, iets wat je algauw 10.000 euro kost.
In plaats van lokale gemeenschappen en hun bewoners telkenmale door dezelfde nachtmerrie te sleuren, stellen we daarom een meer praktische aanpak voor. Voer naast de bestaande regels een minimumafstand van 1,5 km in tussen een windmolen en de eerste bebouwing. Vanwaar de 1,5 km? Sla je de bestaande ervaring erop na in binnen- en buitenland, dan zie je 1,5 tot 2 km terugkomen als de afstand vanaf dewelke klachten significant beginnen af te nemen. Met andere woorden, gebruik de beschikbare empirische ervaringen. Anderhalve kilometer is trouwens de onderkant van deze ervaringsgrenzen. Op veel plaatsen spreekt men zelfs al van 3 tot 10 kilometer.
Heeft dit artikel je overtuigd? Teken dan onze petitie voor een minimumafstand. Wil je meer weten, kijk dan verder op de website. Ze bevat verschillende artikels en links met meer informatie over windmolens en andere vormen van energieopwekking.